Zondag 7 mei – De 2e etappe van de Giro d’Italia is een rit met een heuvelachtig begin en tussenstuk, maar een vlakke finale. Goede kans dat de sprinters zich na ruim 200 kilometer fietsen kunnen uitleven.
Het begint met een vals platte afdaling en dan volgt een klimmetje van 5,4 kilometer à 4,4%. Mooi moment voor de kopgroep om ervandoor te gaan, als ze dat tenminste al niet hebben gedaan. Tot een kilometer 40 gaat het vervolgens nog af en toe omhoog en daarna is het parcours 40 kilometer zo vlak als een curlingbaan.
In het plaatsje Silvi volgt een klimmetje van 4,2 kilometer à 5,4%. Weer een klein uur op het vlakke verder wacht in Chieti een heuvel van 4,5 kilometer à 6,2%, niet veel later gevolgd door een de laatste oplopende strook van de dag. In Ripa Tetina loopt de weg in 2,6 kilometer met 5,2% omhoog. Op de top is er nog altijd meer dan 70 kilometer te gaan.
De route vervolgt langs de Adriatische Zee over vlakke wegen zuidwaarts. De streep is getrokken in San Salvo, waar de Giro in 2020 voor het laatst was. Toen fungeerde het als startplaats van een stevige klimrit naar Roccaraso, waar Ruben Guerreiro de vlucht van de dag bekroonde met de dagzege door Jonathan Castroviejo te kloppen in de sprint.
Het parcours van de 2e etappe voert grotendeels over dezelfde wegen als rit 7 in 2021. Toen sprintte Caleb Ewan in Termoli naar de zege.
De route zelf rijden? Download GPX etappe 2 Ronde van Italië 2023.